Zoek!

'Opbeurende' kritieken

"Nathalie Huigsloot kan beter haar geld op haar rug verdienen!"








30 Mei '05 - 576 W - + 31 - 16

EEN ANGSTAANJAGEND ADVIES VAN DE DOKTER

'Als je maar gezond bent. Dat is het allerbelangrijkst,' is het gangbare credo bij geluk.
Toch stel ik doktersbezoek altijd uit. Wat mij betreft zijn er twee mogelijke diagnoses: aanstelleritis of ongeneeslijke kanker. Beide hoef ik niet te weten.
'Ach, zolang jij nog kunt praten, is er niets aan de hand', stelde iemand ooit. Ik werd er direct fervent aanhanger van.
Ook toen ik in donker Afrika een reportage maakte over de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Op dag één voelde ik me al niet zo heel erg lekker. Ik was aan de dunne, en ging na elke hap over m'n nek. Maar om dat nou tegen zo'n minister te zeggen. Ik had in ieder geval te eten. Stoppen met praten deed ik pas op de terugreis. Na een spoedritje met de ambulance belandde ik in het ziekenhuis. Met een levensgevaarlijk en verwaarloosd virus...


Als ik nu eens klaag zegt iedereen: 'Bel godver je dokter nou eens'.
'Ik ben de hele tijd een beetje moe', meld ik m'n dokter, om van het gezeur af te zijn.
'Laat anders even bloed prikken', oppert hij. 'Een totale check kan sowieso geen kwaad.'
'Hoezo?', vraag ik, direct.
De dokter zegt dat ie dat wel vaker zegt.
Na de priksessie ga ik persoonlijk voor de uitslag langs. Dat moet omdat ik ook op aids ben getest. In de wachtkamer verklaar ik mezelf voor het gemak maar vast dood.
'Nou, ik kan niet anders zeggen. Een tien met een gouden griffel', valt m'n dokter met de deur in huis.
'Dat meent u niet?! Met mijn levensstijl? Te gek zeg. Nou tot ziens dan...'
'Hoezo, met jouw levensstijl?'
'Nou, dat zuipen, roken en ongezond eten enzo. Maar goed, niks aan de hand dus. Jezus. Ik dacht even dat ik iets ernstigs had. Het zal de ouderdom wel wezen', grinnik ik opgelucht.
'Dat is zeker de ouderdom ja. Daarom raad ik je ook aan om vier maanden niet te drinken".
'Sorry?'
'Ja. Als je eenmaal boven de dertig bent, vernietigt alcohol je energie. Echt, er zal een wereld voor je open gaan als je het een paar maanden laat staan.'
Chagrijnig schud ik de witte klootzak de hand.
'En? Heb je verder nog klachten? Nu je hier toch bent?', vraagt hij onverstoord.
Ik twijfel.
Ik heb enorme last van mijn lies. Dat heb ik al een maand of drie, maar durfde dat nooit zo goed te zeggen. Zometeen is het iets ergs. En ga ik alsnog dood.
'Eh... Ik heb een tikkeltje last van m'n lies', beken ik stamelend.
'Hoe ben je eraan gekomen?', informeert het witte gevaar.
'Ik wilde wat van mijn plafond trekken met een barkruk op bed, en toen viel ik eraf.'
'Ja ja... nou gaat u maar even liggen...'
Ik lig op mijn rug. Met mijn benen opgetrokken. De dokter klapt ze uit elkaar.
'Ah!', kerm ik.
De dokter zegt dat-ie het al weet. 'Het is een liesblessure. Voetballers hebben er ook wel last van.'
Trots kijk ik hem aan.
'Het is een zeer vervelende blessure hoor. Dit gaat je zeker drie maanden fysio kosten.'
Mijn blijdschap verbleekt. Zeker als hij vertelt dat alle activiteiten waarbij je je benen spreidt, drie maanden lang verboden zijn.
'Je kunt het zijlings doen', beantwoordt hij mijn teleurgestelde blik. 'Of wat ook kan...'
'Ja', kap ik hermetisch, 'geef me die doorverwijzing naar de fysio maar.' En brom er vandoor. Een geluk bij het ongeluk, ik ga kennelijk niet dood.