Zoek!

'Opbeurende' kritieken

"Nathalie Huigsloot kan beter haar geld op haar rug verdienen!"








01 Jul '05 - 790 W, 1 I - + 32 - 26 Vakantieverhaal voor ELLE

'GOED, HOGE HAKKEN EN EEN ROLKOFFER WAREN DAN WEL NIET ZO'N HEEL SNUGGERE KEUZE. VOOR EEN VOETTOCHT VAN DRIE KILOMETER IN DE HITTE, DOOR HET ZAND. MAAR DAT BETEKENT NOG NIET DAT IK EEN ZEIKMEISJE BEN. IK BEN COOL.'

DE RAT
Door: Nathalie Huigsloot


'Nee hoor, dit gaat prima', lieg ik, wanke­lend op hoge hakken. En ploeg met mijn rolkoffer het Thaise strand.
'Sure?' vraagt mijn, met rugzak gewa­pende, kersverse liefje.
Mijn verhitte hoofd knikt.
Hoge hakken en een rolkoffer waren dan wel niet zo'n heel snuggere keuze. Voor een voettocht van drie kilometer in de zin­derende hitte, door het mulle zand. Maar dat betekent nog niet dat ik een zeikmeisje ben. Ik ben cool.
Uitgeput plof ik op de trap van ons houten strandhutje. Dolblij dat wij er een op hoge palen hebben geboekt. Daar waar het strand ophoudt, begint namelijk de dode­lijke jungle. En daar sta ik liever bóven, dan middenin.
Paul ploft naast me neer, en geeft me een kus in mijn nek. Boordevol vlinders kijk ik om me heen. Dit is onze eerste vakantie samen, en...
'Jeetje! Zag je dat?' verbreekt hij de roze stilte.
'Wat?' vraag ik geïnteresseerd.
'Ik dacht dat ik een enorme kat zag lopen. Maar het was een rat.'
In een vlaag van decorumverlies sta ik ineens zeven treetjes hoger. Mijn mond ont­valt een hysterische OEH! 'Sorry, ik moet er even inkomen', verklaar ik mijn paniekje. 'Really', spot hij.
De hutjeseigenaar leidt ons verder naar boven. 'Hier is het', zegt -ie, terwijl hij de deur van ons liefdesnetje opengooit. Een reuzen kakkerlak schiet voorbij. Gillend zuig ik me vacuüm aan de rug van de man. Die niet zo gediend is van intimiteit; hij schudt me bruut van zich af, beent naar het grote gevaar, en plet het monster met vijf stevige trappen tot moes. Ik zou bijna hetzelfde bij hem doen; ik ben dan wel niet op de hoogte van de laatste backpackersmode, de theorie dat er nu meer dan dertig eitjes via zijn voetzolen door de kamer zijn ver­spreid, heeft mij zelfs bereikt.
'Zullen we anders een ander onderkomen zoeken?' oppert Paul, met een blik op mijn ietwat gebleekte gelaat.
'Nee, joh. Nergens voor nodig.'
Eenmaal in bed, onder mijn zeer zorgvul­dig hermetisch afgesloten klamboe, wen ik langzaam aan het junglebestaan. Alleen een bezoek aan het toilet vol kieren en gaten, durf ik nog even niet aan. De halve jungle kan daar immers spontaan binnen komen wandelen. Ik laat mijn Romeo eerst maar even gaan.
'Daar zou ik als ik jou was voorlopig even niet naar binnen gaan', luidt zijn droge advies.
'Hoezo niet? Wat is daar dan?!!!' informeer ik, zo rustig mogelijk.
'Niks ergs. Maar ik zou gewoon niet gaan.'
'Het is zo' n vogelspin, hè?'
'Nee lief, het is geen vogelspin.'
'Wat dan? Oh! Het is een sláng?'
'Nee echt niet, lief, maak je maar geen zorgen.'
'0, nee? Als het niet iets heel ergs zou zijn, dan zou je het me toch wel gewoon vertel­len?' .
'Het is een sprinkhaan,' bekent Paul.
'0, een sprinkhaan. Die kan ik wel heb­ben,' zeg ik opgelucht. En spring uit het bed.
Paul barricadeert de deur. 'Het is een enorm gróte, lief.'
Ik aarzel.
Pas als m'n jungle-expert terloops onder­wijst: 'Het wordt donker, dus de jungle komt nu tot leven', weet ik het zeker. Ik houd m'n plas wel een nachtje op.
'Bij ons zit een hele grote sprinkhaan in de badkamer,' vertel ik de eigenaar aan het ontbijt.
'Goh. Die heb ik hier nog nooit gezien', reageert hij verbaasd. Hij belooft het beestje te verwijderden.
Die avond zit hij er nog steeds, vertelt Paul na een korte check.
'Kun je hem niet even weghalen?' smeek ik vanwege een haast uiteenspattende blaas. Paul twijfelt, even. Maar sluit zich dan op in het toilet. Ineens valt de nacht. Althans, het licht in het dorp valt uit. 'OEH!' hoor ik. Geklap van een deur. Geren van voetstappen. 'Wat? Wát!' gil ik.
'Ja, sorry hoor,' zegt hij, 'maar om nu in het donker opgesloten te zitten met een rat die elke nacht een halve zeep opvreet...' 'Een rát?'
'Ja, je denkt toch niet echt dat hier sprink­hanen leven.'
Na twee weken monsters trotseren, keren we eindelijk huiswaarts. Ik ben nog nooit zo blij geweest met mijn katten bezit. No more rats for me. Volledig gejetlagd laten
we ons achterover vallen in mijn donzige dekbed. En schieten in een gezamenlijke OEH! weer overeind. Mijn harige hartjes hebben mijn bed twee weken lang voor toi­let aangezien. Vol afschuw ontvluchten we ons doorweekte liefdesnestje. En verhuizen naar het oer-Hollandse hotel om de hoek. ­

Vorig jaar verscheen bij uitgeverij Bertolucci Miss America, Huigsloots debuutroman (€ 13,95).